We kijken allemaal hunkerend uit naar het einde van de coronacrisis. Toch zullen we dan naar alle waarschijnlijkheid bepaalde dingen laten die we tot vóór de uitbraak van het virus als vanzelfsprekend namen. Dat beseft ook politica
Zuhal Demir (N-VA).
“Vóór de pandemie was ik best een fysiek persoon”, zegt Demir in TV Familie. “Bij een begroeting met iemand die ik niet ken, zal ik in niet-coronatijden zelden een hand geven, maar een kus. En meestal zelfs drie. Ik vrees dat mijn kusbubbel kleiner zal worden.”
Haar vader van 70 heeft ze ondertussen al een jaar geen knuffel meer gegeven. “Ja, ik vind dat verschrikkelijk”, aldus de Vlaams minister van Energie. “Zodra hij en ik ingeënt zijn, ga ik hem doodknuffelen, denk ik. Ik ben 40 jaar, eigenlijk al een groot kind, maar toch mis ik de knuffels van mijn vader. ’t Is de ideale opkikker om een moeilijke dag te vergeten. In het verleden ging ik om de twee, drie dagen bij hem langs. Nu zien we elkaar enkel nog vanop afstand en dat breekt mijn hart.”