Op de dagelijkse persconferentie van het Nationaal Crisiscentrum legde viroloog
Steven Van Gucht van
Sciensano de resultaten van een recent gepubliceerde studie voor. De onderzoekers van de studie stelden zich de vraag hoe mensen elkaar nog besmetten in een situatie van lockdown.
Tijdens de lockdown houden we allemaal afstand van elkaar en blijven we mooi in ons kot. De onderzoekers kwamen tot de vaststelling dat binnen het lockdown-kader 44 procent van de besmettingen reeds plaatsvindt in de eerste twee dagen voor het optreden van de eerste symptomen. 56 procent van de besmettingen vindt plaats wanneer men al ziek is.
“Dat betekent dat gemiddeld één op de twee besmettingen plaatsvindt nog voordat we enig symptoom vertonen”, zegt Steven Van Gucht. Er werd ook aangetoond dat de besmettelijkheid het grootst is in het prille begin van de symptomen. “We scheiden dan het meeste virus uit. Naarmate we wat langer ziek zijn, wordt er steeds minder virus geproduceerd."
Grote fout
Van Gucht onderstreept het belang van zelfisolatie op het moment waarop we ons ziek beginnen voelen. “Want het is op dat ogenblik dat men het meest besmettelijk is en dat men andere mensen gaat besmetten.” Hij benadrukt dat het een grote fout is om te denken dat het sommigen niet zal overkomen. “Beslis onmiddellijk om thuis te blijven”, klinkt het.