De coronavaccins beschermen goed tegen ziekenhuisopnames, maar minder goed tegen besmetting. Daarom zullen wellicht nog meer mensen een derde prik krijgen in ons land.
Vijf maanden na inenting van het Pfizer/BioNTech-vaccin blijkt dat het nog maar 47 procent effectief is tegen het voorkomen van besmettingen. Daardoor zullen boostervaccins dus nodig zijn om de bescherming hoog te houden. Ze blijven wel effectief tegen ziekenhuisopnames.
“We willen in de eerste plaats hospitalisaties en overlijdens vermijden", zegt viroloog
Steven Van Gucht aan Het Laatste Nieuws. "Ik sta volledig achter een derde prik omdat je een potentiële vermindering van bescherming tegen ziekenhuisopname wil vóór zijn. Die derde dosis kan beter een paar maanden later gezet worden om het langdurig geheugen van ons immuunsysteem beter te trainen."
Mensen die ouder zijn dan 65 krijgen al een boostervaccin. Daar komen mogelijk risicogroepen jonger dan 65 én mensen die maar één prik hebben gehad omdat ze het Johnson & Johnson-vaccin kregen. “Ik denk niet dat dit dringend is, maar de Hoge Gezondheidsraad buigt zich daarover. De derde prik voor die mensen ligt op tafel", aldus Van Gucht.