Het tweede seizoen van ‘De Verraders’ is intussen al even terug op de buis. Net zoals vorig jaar is het een enorme hit. Maar rond een aantal zaken hangt nog steeds één groot vraagteken. Hoe blijven
de verraders zo onopgemerkt als ze ’s nachts moeten moorden bijvoorbeeld?
In TV-Familie werden enkele geheimen van achter de schermen onthuld.
Dat ‘De Verraders’ dit seizoen in een groter kasteel werd opgenomen, was al een groot voordeel voor de productie. Maar dat is lang niet de enige reden waarom de verraders ’s nachts zo onder de radar kunnen handelen, zonder door de bondgenoten opgemerkt te worden. “Om de verraders soms gescheiden te houden van de bondgenoten komen er heel wat praktische zaken bij kijken”, vertelt eindredacteur Robert van Donge in TV-Familie.
Zo worden de ramen van de slaapkamers afgeplakt, zodat de deelnemers niet stiekem naar buiten kunnen kijken. Buiten staan bovendien mensen van de productie met zaklampen om te controleren of niemand probeert om tóch te gluren. “Zo verbrod je je eigen spelplezier. En bovendien is ’t zinloos, want het lukt toch niet”, zegt van Donge. “Wat we soms ook doen, is mensen van het productieteam met een cape op pad sturen. Zo hebben de kandidaten geen idee hoe groot of klein de échte verraders zijn”, onthult hij. Maar ook de bondgenoten die door hun kamerdeur willen spieken, vangen bot.
Hermetisch afgesloten
“Sommige deelnemers willen door de kier van een deur op de gang gluren. Maar daar is sowieso tape bevestigd, zodat gluren onmogelijk is”, legt de eindredacteur uit. “Wanneer de verraders naar het torentje gaan, moeten er soms ook bondgenoten geïnterviewd worden. Dat gebeurt dan in ruimtes die hermetisch afgesloten zijn.” En wanneer de verraders opnames hebben in de torenkamer, nemen crewleden hun plekje in hun kamer in, die op tijd en stond eens het toilet doorspoelen of de douche laten lopen.
“Ze laten ook een briefje achter, met wat er die avond zoal op televisie te zien was, bijvoorbeeld de uitslag van een voetbalwedstrijd. Zodat de verraders de volgende ochtend kunnen doen alsof ze de hele avond in hun kamer waren”, verklapt van Donge. “We vragen ook op voorhand wat ze in theorie hadden willen doen. Als iemand zegt ‘een boek lezen’ zetten we op zijn of haar kamer het geluid van de televisie niet aan.” Er wordt dus aan alles gedacht!