Vlak voor kerst werd voor de tweede keer borstkanker vastgesteld bij
Martine Jonckheere. Zestien jaar nadat haar eerste borst werd geamputeerd, moest de voormalige ‘Familie’-actrice vorige week ook afscheid nemen van de tweede. In haar column in ‘Het Laatste Nieuws’ laat ze weten hoe het nu echt met haar gaat.
De operatie is gelukkig prima verlopen. Toch had Martine het er achteraf enorm moeilijk mee. “Aangekomen op mijn kamer laat ik alle emoties van de afgelopen weken de vrije loop. Ik huil mezelf in slaap”, vertelt ze openhartig. “De nachten die volgen duren eindeloos lang. Ik kan enkel op mijn rug liggen, en bij de minste beweging voel ik pijn. Hoe lief en vriendelijk ze hier ook zijn, toch is het verlangen om opnieuw thuis te zijn groot.”
Gelukkig mocht Martine het ziekenhuis al snel verlaten. “Het voelt goed om opnieuw in mijn vertrouwde omgeving te zijn, maar ook onwennig. Alles doet mij aan vroeger denken en beseffen dat ik nu niet meer dezelfde vrouw ben”, beseft de actrice. “Het frustreert mij ook dat ik telkens de hulp van Filip moet inroepen. Afhankelijk zijn van iemand is niet mijn sterkste troef.” Bovendien neemt de pijn steeds meer toe. “Toch neem ik bewust geen pijnstillers. Omdat ik zonder pijn snel weer over mijn grenzen zou gaan.”
Ook het gebrek aan energie valt de actrice enorm zwaar. “Meestal ben ik een Duracell-konijn, maar nu val ik ‘s avonds meteen in de zetel in slaap”, klinkt het. “Ik kan niet anders dan aanvaarden dat ik mezelf nu even de tijd en de rust moet gunnen om terug op mijn positieven te komen. Dat wordt een hele uitdaging voor mij: rust roest!”, aldus Martine.
Borstkliniek
Afgelopen vrijdag moest Martine voor de eerste keer sinds haar operatie naar de borstkliniek. Daar kreeg ze voor het eerst haar litteken te zien. “Hoewel ik zeer nieuwsgierig ben, slaat de angst mij nu al om het hart. Zal ik ‘mijn nieuwe ik' opnieuw kunnen aanvaarden? Ik hoop het oprecht”, vreesde de voormalige soapactrice enkele dagen geleden nog.