Het gaat van kwaad naar erger met RSC
Anderlecht. De Brusselse club is al enkele jaren het juiste spoor bijster en dat komt nu nog maar eens pijnlijk tot uiting. Vorig seizoen leed paars-wit een recordverlies van 36,4 miljoen euro. De schuldenberg van de club bedraagt inmiddels 116,7 miljoen euro.
“Niets dan rode cijfers in de jaarrekening die Anderlecht zopas heeft neergelegd bij de Nationale Bank van het seizoen 2019-2020”, schrijft Het Nieuwsblad. De inkomsten van RSCA groeiden lichtjes tot 89 miljoen euro. Dat is vooral dankzij uitgaande transfers van Leander Dendoncker, Sebastiaan Bornauw en Ivan Santini. Die werden opgenomen in het voorbije seizoen en brachten 37,4 miljoen euro op.
Maar dan beginnen de problemen… Ook de kosten zijn immers toegenomen, tot 122,4 miljoen euro om precies te zijn. Dat is een stijging van 12% ten opzichte van een seizoen eerder. Anderlecht kondigde aan dat het fors zou besparen, maar dat is klaarblijkelijk niet gelukt. De grootste boosdoener volgens Het Nieuwsblad? De loonkosten van de spelers en de rest van het personeel, vorig seizoen goed voor in totaal 58 miljoen euro.
(Lees verder onder de afbeelding)
Grootste verlies ooit
“Om de enorme krater (een bedrijfsverlies van 33,5 miljoen euro) die zo werd geslagen dicht te rijden, zag Anderlecht zich genoodzaakt om nieuwe schulden te maken. De totale schuldenberg groeide zo aan van 94,9 naar 116,7 miljoen euro”, constateert Het Nieuwsblad tot slot nog. Het totaalverlies voor Anderlecht komt zo uit op 36,4 miljoen euro. Nooit eerder maakte een Belgische ploeg zoveel verlies.
Eén ding is zeker: Anderlecht kan het zich niet permitteren om nog verder weg te zakken in het financiële moeras. Al zal het uiteraard ook veel tijd in beslag nemen om de club er opnieuw bovenop te krijgen. Aan eigenaar Marc Coucke en co om het herstelplan te laten werken.