Simon Mignolet en Club Brugge serieus in opspraak: "Dit kan zo niet langer"

Dat de heren voetballers goed hun boterham verdienen, is al lang geen geheim meer. Maar dat de spelers uit de Jupiler Pro League nauwelijks belastingen moeten betalen, stuit veel mensen tegen de borst.

Simon Mignolet is de absolute grootverdienaar in de Jupiler Pro League. Met een bruto jaarloon van 3,4 miljoen euro staat hij op het hoogste schavotje. Adrien Trebel volgt op plaats twee met een jaarloon van 2,7 miljoen. Ook niet bepaald weinig. Zij profiteren dus het meest van de korting op de belastingen en de sociale zekerheid.

Dat de voetballers zoveel geld verdienen en zo weinig moeten afgeven, veroorzaakte de voorbije jaren al wel vaker flink wat ophef. "Verschillende politieke partijen willen af van deze regeling. Het is niet duidelijk of en wanneer er een hervorming komt", schrijft Het Nieuwsblad.

Joris Vandenbroucke, die het dossier van nabij opvolgt voor Vooruit en een wetsvoorstel indiende om alles volledig af te schaffen, reageert in de krant. “Zo zie je meteen waarom we dit systeem niet langer kunnen verdedigen. De hoge fiscale kost is één zaak, maar het gaat ook om het principe", klinkt het duidelijk.

"We kunnen toch niet verdedigen dat een verpleegster meer aan sociale zekerheid betaalt dan de miljonairs in het voetbal?”, vraagt Vandenbroucke zich luidop af. Een terechte opmerking, want zo moet Mignolet amper 3.763 euro RSZ betalen. Iets wat neerkomt op... 0,1 procent van zijn loon. Club Brugge betaalt de overige 7.198 euro.

"Een gemiddelde verpleegkundige met een bruto jaarloon van 35.842 euro betaalt 13,07 procent: 4.685 euro, bijna duizend euro meer dus dan Mignolet. Het ziekenhuis waar die verpleegkundige werkt, moet daarbovenop ook nog eens 8.960 euro doorstorten naar de RSZ", benadrukt Het Nieuwsblad verder nog.

Groen-Kamerlid Dieter Vanbesien wil de situatie ook aanpakken: “Het is nog even afwachten, maar er zal een oplossing uit de bus komen en met Groen én Ecolo zullen we hieraan meewerken”, zegt hij in de krant. “We willen enigszins rekening houden met corona in de vorm van overgangsmaatregelen, maar van de principes zullen we niet meer afwijken.”