Mathieu van der Poel heeft dit seizoen een heel aantal mooie koersen aan zijn palmares toegevoegd. Voor
Wout van Aert was het dan weer een seizoen van ‘net niet’.
Wout heeft toegegeven dat de opeenvolging van nederlagen tegen Mathieu tussen zijn oren is gekropen”, klinkt het bij Johan Vansummeren bij Het Belang van Limburg. “Ik hoop dat Van Aert begrepen heeft dat hij meer moet koersen met de handrem op. Waarom drie cols lang op kop rijden? En daags nadien weer?”
“En maar boren… Tja, op den duur is die boor bot, hè”, aldus Vansummeren. “Mathieu doet veel meer zijn goesting binnen Alpecin-Deceuninck dan Wout binnen Jumbo-Visma. Dáár zit het grote verschil”, pikt Jelle Vanendert in. “Mathieu stipt sommige wedstrijden aan als voorbereidingskoersen.”
“Dat geldt voor Wout veel minder. Want er is altijd wel een ander doel te bereiken met de ploeg. Tijdens Tirreno en de Tour heeft Mathieu de sprint aangetrokken voor Philipsen. Maar voor het overige doet hij helemaal zijn zin”, gaat Vanendert verder. Vansummeren is het eens met zijn collega-analist.
Cols
“Die inspanningen als lead-out zijn bovendien de juiste prikkels om een eendagskoers voor te bereiden.” En op kop rijden op in een bergrit is dat niet. “Afgelopen voorjaar was er een kwaliteitsverschil van vijf procent tussen beiden. Wout was - behalve in Roubaix -- telkens blij dat hij mee was.”