In Tokio wordt het puffen en zweten geblazen voor onze olympische atleten. Vooral de wielrenners zullen een langdurig gevecht met de hitte moeten aangaan. Een ideale voorbereiding hierop vindt niet verwonderlijk plaats op een plek met hetzelfde klimaat.
“Acclimatisatie is belangrijk, vandaar de vroege afreis van Evenepoel en Vansevenant”, zegt bondsdokter Kris Van der Mieren in De Morgen. “De Tourgangers, zoals van Aert, zijn niet meer in de mogelijkheid om die aanpassingstraining te doen. Het zou té veel extra energie van hen vragen.”
“In de meest ideale der werelden was het van in het begin van de Ronde van Frankrijk snikheet geweest”, lacht hij. Jammer genoeg voor
Wout van Aert was dat dit jaar niet het geval. “Het wordt voor iedereen een zware dobber. Elk moet er het beste van maken.”
"Het zit wel goed met onze twee kopmannen"
Volgens Van der Mieren kunnen Wout van Aert en
Remco Evenepoel echter wel uitstekend om met deze extreme temperaturen. “Als je de vijf 'hardste koppen' van het peloton opnoemt, zijn van Aert en Evenepoel er zeker bij”, klinkt het. “Daarmee bedoel ik: zulke mannen gaan daar niet snel over klagen en zagen, ze maken van elke noodsituatie het beste. Dat is een enorm voordeel. Het zit wel goed met onze twee kopmannen. Ze zijn klaar om te knallen.”