Er is heel wat te doen rond een praalwagen van de groep 'De Vismooil’n’ tijdens
Aalst Carnaval. Op de wagen waren karikaturale poppen van Joden, met grote haakneuzen en pijpenkrullen te zien. Joodse organisaties waren er niet over te spreken en ook Unesco, de VN-organisatie die Aalst Carnaval erkent als Cultureel Werelderfgoed, heeft de wagen veroordeeld.
Enkele Joodse organisaties hebben maandag al klacht ingediend bij Unia, het Centrum voor Gelijke Kansen. Ook bij de politie van Aalst werd klacht ingediend.
Ook Unesco reageert scherp. “We roepen de Belgische autoriteiten op te reageren. De satirische geest en de vrijheid van meningsuiting kunnen geen vergoelijking zijn voor zulke uitingen van haat. Deze ongepaste karikaturen gaan in tegen de waarden van respect en waardigheid die Unesco uitdraagt en zijn in strijd met de principes die ten grondslag liggen aan het immateriële erfgoed van de mensheid.”
Dreigende taal
Het Simon Wiesenthal Center, een Joodse organisatie met hoofdzetel in de VS, stelt dat Aalst Carnaval de reputatie van België als gastland van de Europese instellingen bezoedelt. Het centrum dreigt ook met het vertrek van de Antwerpse diamantindustrie, die voor het grootste gedeelte in Joodse handen is. “Dat zal verstrekkender gevolgen hebben dan ‘stijgende prijen’ en een zogenaamd ‘sabbatjaar’”, aldus de directie van het Simon Wiesenthal Center.
Burgemeester Christoph D'Haese (N-VA) verdedigt zijn carnavalisten en krijgt nu haatmails. "Het komt persoonlijk aan omdat ze zeggen dat ik de Holocaust zou negeren, dat ik een negationist ben. Dat is natuurlijk niet het geval, ik heb het grootste respect voor de joodse gemeenschap." reageert D'Haese bij VTM NIEUWS.