De voorbije weken liet
Mathieu van der Poel regelmatig optekenen dat het gevoel van oppermacht van vorig jaar tot nu toe ietwat achterwege bleef. De oorzaak ligt volgens hem aan zijn trainingsaanpak.
"Vorig jaar trainde ik heel veel op interval. Dit seizoen nog zo goed als niet. Bewust, omdat ik een nóg bredere basis wil leggen met het oog op het klassieke voorjaar op de weg”, zegt van der Poel in een interview met HLN. Een beetje
Wout Van Aert achterna dus. “Ik herken hetzelfde stramien als bij Wout. Ik kan dat hoge tempo een uur lang perfect aanhouden, maar die extra punch ebt wat weg. Ook ík word dus blijkbaar meer en meer wegrenner”, geeft hij toe.
Het evenwicht tussen weg en het
veldrijden heeft hij ook meer onder controle, klinkt het. Hij geeft aan dat zijn mountainbike-activiteiten daar voor iets tussen zitten. “De enige inspanningen die in de buurt komen van een veldrit. Hét grote voordeel dus. Kijk maar naar Stybar. Je mag conditioneel nog zó in orde zijn — wat ik bij hem niet betwijfel — als je niet genoeg traint op dat typische crosstechnische, doe je simpelweg niet mee voor de prijzen."