Liverpool heeft zich dinsdagavond als eerste ploeg voor de finale van de Champions Leaguefinale van dit seizoen geplaatst. Nadat de Engelsen vorige week in
Barcelona met 3-0 verloren, wonnen ze in eigen huis met 4-0. Een mirakel, met dank aan twee goals van Divock Origi en twee van Georginio Wijnaldum.
Het was van meet af aan duidelijk dat het zou spoken op Anfield. Barcelona werd in kolkende stadion en in een uiterst vijandige sfeer ontvangen. De spelers van Liverpool grepen Barça meteen bij de keel en na iets meer dan vijf minuten stond het al 1-0. Henderson vond ter Stegen op zijn weg, maar de goed gevolgde Origi duwde de bal wél binnen. Een droomstart voor de Engelsen.
Liverpool bleef pompen en rook bloed, maar had ook geluk dat Messi en co in en rond de zestien niet doeltreffend genoeg waren en hun kansen niet afmaakten. De Catalanen waren allesbehalve even klinisch als vorige week. Aan de rust stond het nog steeds 1-0.
Origi zorgt voor mirakel van Anfield
Na de pauze voltrok het mirakel zich. De ingevallen Wijnaldum maakte twee goals in evenveel minuten en zo stond het plots 3-0. Bij Barcelona wisten ze niet wat hen overkwam en hingen ze duidelijk in de touwen. Liverpool bleef baas en de energietank van Klopp zijn mannen leek maar niet op te raken.
Tien minuten voor tijd zorgde Origi dan voor de 4-0. Bij een corner stond de Barcelona-defensie te pitten en daar profiteerde Alexander-Arnold van met een snelle corner. Origi was bij de pinken en trapte de bal tegen de netten en Liverpool naar de finale van de Champions League. Wat. Een. Comeback.