Hein Vanhaezebrouck is ondertussen al meer dan een jaar niet meer actief als trainer. Vanhaezebrouck werkt ondertussen als analist en dat geeft hem daarnaast ook tijd en ruimte om na te denken over het Belgisch
voetbal. Zo komt hij nu met een revolutionair plan naar buiten.
Als het van Vanhaezebrouck afhangt, dan blijft de Jupiler Pro League zoals we die in zijn huidige vorm kennen niet al te lang meer bestaan. Vanhaezebrouck pleit voor een competitie in 1A met twaalf clubs en een competitie in 1B met twaalfs clubs.
"Elk jaar meerdere stijgers en dalers, dat is het beste systeem"
"Bij Oostende en Waasland-Beveren, de grootste degradatiekandidaat, zie je dat het enorm moeilijk is om het hoofd boven water te houden. Het is elk jaar harken-harken-harken om centen bij elkaar te krijgen. Oostende was enkele jaren een hoogvlieger dankzij Marc Coucke, maar onder meer door die hoge lonen - waarvan ze er nu nóg uitbetalen - zijn de problemen nu nog groter dan vóór al die dure transfers. En in Beveren hebben ze het al langer moeilijk. Het doet me inzien dat we misschien toch maar naar een kleinere competitie moeten", aldus Vanhaezebrouck in Het Nieuwsblad.
"Twaalf clubs in 1A en twaalf in 1B, waarbij er elk jaar meerdere stijgers en dalers mogelijk zijn: dat is volgens mij het beste systeem. Na 22 speeldagen mogen de beste acht clubs uit 1A dan Play-off 1 spelen en de overige vier spelen samen met de beste vier uit 1B Play-off 2. De vier clubs die na afloop van die Play-off 2 de meeste punten hebben, mogen het seizoen erna dan in 1A spelen. Zo is het in theorie zelfs mogelijk dat er elk seizoen vier stijgers uit 1B komen, en dat is net het opzet."
(Lees verder onder de foto)
"Minder ontslagen en paniektransfers, meer kansen voor de jeugd"
"Je geeft gedegradeerde teams veel sneller de kans om weer uit 1B te geraken. Nu is er maar één stijger per jaar en is de stress om te degraderen veel te groot. Degradatie is een drama, want wie weet hoelang je moet wachten om terug te komen. Kijk naar OHL,
Beerschot, Westerlo, Lierse ook, die allemaal al zolang wachten om weer te promoveren."
"En kijk naar Oostende en Waasland-Beveren, die hun trainers ontslaan in de hoop niet te moeten zakken. In Nederland, waar er elk jaar minstens twee clubs zakken en stijgen, worden trainers veel minder snel afgedankt, ook al staan ze onderin. Je hebt ook minder paniektransfers en de eigen jeugd krijgt sneller kansen", besluit Vanhaezebrouck.