In “De Zevende Dag” pleit
CD&V-voorzitter
Wouter Beke voor een klimaatplan, waarbij alle regeringen 3 procent van het bruto nationaal product moeten investeren in klimaatvriendelijke openbare werken, gebouwen en mobiliteit. Concreet betekent dat een extra investering van 600 miljoen euro voor het federale niveau en 1,3 miljard euro voor Vlaanderen.
In het aanhoudende klimaatdebat schuift partijvoorzitter Wouter Beke een klimaatpact naar voren, waarin alle overheden en het middenveld samen afspraken te maken voor een groen beleid. Die samenwerking is cruciaal volgens Beke: “Het vraagt moed van iedereen om aan het algemeen belang te denken, en niet alleen aan zijn eigen belang.”
Een federale klimaatwet is naar zijn mening niet voldoende om de regio’s te binden: “Daarom heb je een pact nodig waarbij niet alleen de federale overheid, maar ook de deelstaten en andere actoren vastleggen voor welke doelstellingen ze willen gaan.”
Op het klimaatvlak streeft de partij ernaar om de investeringen in het groen beleid te verhogen van 2,2 naar 3 procent van het bruto nationaal product. Zo wil Beke concreet inzetten op fietsinfrastructuur, openbare infrastructuur en mobiliteit. De opbrengst van de vliegtaks moet ook helemaal naar openbaar vervoer gaan.
Tegelijkertijd vindt Beke kernenergie te duur en de CD&V-voorzitter wil daarom ook allesbehalve terugkomen op de kernuitstap. Dat in tegenstelling tot de N-VA. “Wat het jammere is in heel die discussie”, zo begint Beke kritisch, “is dat de N-VA aan de ene kant dat in het parlement gestemd heeft en aan de andere kant daar toch heel veel fuss over laat bestaan waardoor die energie-innovatie die zo broodnodig is ook wordt afgeremd.”