De twee dochters van de Limburgse
Syriëstrijdster Amina Ghezzal (29) moeten volgende maand naar België gebracht worden. Dat heeft een rechter beslist. Als Sirin (4) en Maria (2) de nodige papieren niet krijgen in ons land, moet de Belgische Staat 5.000 euro per kind per dag neertellen dat ze in Turkije blijven.
“De Belgische Staat moet de twee kinderen de nodige reisdocumenten bezorgen, waarmee ze naar België kunnen reizen”, zo leest de officiële beschikking van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg in kort geding. Sirin en Maria leven al een jaar op een klein appartement in Turkije.
“Ze kennen al een beetje Nederlands”, zegt oma Rachma Ayad in Het Nieuwsblad. “Bij de jongste zijn dat nog maar woordjes. Maar de oudste kan al heel precies over de oorlog in Syrië vertellen. Ze legt uit hoe haar speelgoed kapot ging bij de bombardementen. Ze hebben geen toegang tot gezondheidszorg of onderwijs. Die omstandigheden zijn schadelijk. Iedere normale staat zou, in deze omstandigheden, deze handelwijze in acht nemen.”
De moeder van Sirin en Maria, de Limburgse Amina Ghezzal, vertrok in 2013 naar Syrië, om zich aan te melden bij ISIS. In 2017 vluchtte ze naar Turkije, maar daar werd ze veroordeeld tot een celstraf van tien jaar. “Mijn dochter zit waar ze moet zitten: in de gevangenis”, zegt grootmoeder Ayad, die sindsdien voor de kinderen zorgt. “Maar mijn kleinkinderen moeten niet gestraft worden voor haar fouten.”