Koplampen, achteruitkijkspiegels of panelen die alleen vastgehouden worden met plakband. Op de bussen van
De Lijn in
Antwerpen houdt duct tape losse onderdelen bijeen. Verouderd materiaal en gebrek aan mecaniciens en wisselstukken in de stelplaatsen leiden tot wrevel bij de chauffeurs. Dat schrijven De Standaard, Het Nieuwsblad en Gazet van Antwerpen.
"Ik schat dat de helft van de bussen in stelplaats Zurenborg niet in orde is", zegt een ervaren buschauffeur aan de kranten. "Die vaak kleine mankementen stapelen zich op. Een pinker, een dodehoekspiegel; je mag niet zonder rijden, maar soms gebeurt het toch, omdat er anders simpelweg géén bus is. Of ze roepen chauffeurs in opleiding terug binnen om met de opleidingsbussen de kapotte op de dienst te vervangen."
Een andere chauffeur lijst de vaakst voorkomende klachten op: "Luchtlekken, olielekken, carrosserieschade, loszittende spiegels, koelingsproblemen van de motor, niet werkende verwarming of airco in de bus. En het vermogen van de motor is bij veel bussen fel gezakt. Een bergje oprijden of vlot vertrekken aan een kruispunt is dan lastig."
Boetes ontlopen
In afwachting van de nieuwe elektrische bussen zijn er intussen opnieuw voertuigen in roulatie met meer dan een miljoen kilometer op de teller. Om de LEZ-boetes in de Antwerpse binnenstad te ontlopen, heeft De Lijn een administratief trucje gevonden, schrijven de kranten. De bussen in kwestie worden officieel geregistreerd als gehandicaptenvervoer. Daarvoor is in de LEZ-reglementering een uitzondering gemaakt.
De Lijn laat weten dat 2019 door de reorganisatie die een jaar eerder begon een zeer moeilijk jaar was, maar dat de pijnpunten gedetecteerd en onderzocht zijn en er een plan is uitgewerkt om ze aan te pakken.