Producent van Foie Gras: "Geen medelijden met dieren die voor consumptie bestemd zijn"

De Vlaamse regering heeft een verbod op dwangvoederen goedgekeurd. Zaakvoerder Filip Callemeyn (49) uit Bekegem moet zijn bedrijf - een levenswerk van bijna dertig jaar - ten laatste op 1 december 2023 sluiten. Dat komt hard aan.

Eendenkweker Filip Callemeyn heeft met de feestdagen zo'n 15.000 klanten die hij blij maakt met zijn Bekegemse foie gras en eendenborst. “Alleen al voor de kerstdagen heb ik 1.500 kilo foie gras verkocht”, rekent Callemeyn in Het Laatste Nieuws. “En letterlijk elke klant die hier passeerde, heeft zijn mening over Ben Weyts geventileerd. Laat ons zeggen dat die mensen niét gelukkig zijn. En niet alleen omdat ik straks geen foie gras meer mag produceren. De teneur van de reacties is ook: ‘Gaat de politiek nu al beslissen wat ik wel en niet mag eten?’ ‘Wat gaat het volgende zijn dat ze ons gaan afpakken?’ De klanten vinden dat ze worden beschouwd als dommeriken, die zelf niet in staat zijn om te oordelen wat ethisch wel of niet verantwoord is.”

"Pure propaganda van Gaia”, aldus Callemeyn. “Het beeld dat de meeste mensen hebben van dat dwangvoederen, is het beeld dat wordt opgehangen door de mediamachine achter Gaia. En dat beeld strookt niet met de werkelijkheid. Het eten wordt niet in hun strot geramd: onze eenden krijgen, op volwassen leeftijd welteverstaan, tweemaal daags sondevoeding die volstrekt pijnloos is. 

“Er is om te beginnen een verschil tussen beesten die om een economische reden worden gehouden en dieren die je thuis houdt en waarmee je een band hebt. Wij zijn géén liefdadigheidsinstelling, hé. Ik heb geen medelijden met dieren die voor de consumptie zijn bestemd, op voorwaarde dat je hun welzijn respecteert. Zou ik dan een wilde eend willen zijn? Nog geen kwart van de kuikens van wilde eenden haalt de leeftijd van vier maanden in de vrije natuur. Bij ons ligt dat percentage op 95%", stipt Callemeyn aan.

“En eigenlijk is dat een luxeprobleem”, besluit Callemeyn. “Ik vind het shockerend dat minister Weyts zichzelf zo ernstig neemt, terwijl er rondom ons mensen zijn die niet weten of ze hun kinderen morgen te eten kunnen geven. Vorige week kon één van mijn mensen niet komen werken omdat hij geen geld voor benzine had. Weyts en al wie zo overdreven begaan is met dierenwelzijn, zouden beschaamd moeten zijn.”