Wout van Aert wist vorige week in de Tour of Britain nog eens te winnen. Dat was al geleden sinds zijn nationale tijdrittitel van bijna twee maanden geleden.
“De vragen waarom ik al een tijd niet meer gewonnen heb, moet ik nu even niet meer horen”, reageerde hij deze week na zijn ritwinst bij Het Laatste Nieuws. Na het BK werkte Van Aert nog 27 koersdagen af, waarin hij 10 keer in de top 5 eindigde. Die vele ereplaatsen hebben hem volgens de krant een nieuwe bijnaam opgeleverd.
In het peloton noemen sommigen hem ‘de eeuwige tweede’, net als
Raymond Poulidor - de grootvader van Van der Poel - in het verleden. “Ik zou liever niet met die bijnaam met pensioen gaan, want persoonlijk vind ik dat ik een winnaar ben”, reageerde Van Aert. Hij vindt de bijnaam zelf simpelweg niet correct: “Het is uit de context getrokken!”
“Dat komt door die reeks op de kampioenschappen: bijna altijd een medaille, maar geen goud. Dat ik vaak tweede word, is omdat ik áltijd koers tot op de streep. Andere jongens kunnen die bijnaam niet krijgen, want als ze voelen dat ze niet kunnen winnen, doen ze geen moeite meer en laten ze lopen”, slaat hij keihard terug naar zijn criticasters.