Hoewel de prijzen van belangrijke bouwmaterialen zoals staal, hout en plastic de afgelopen jaren met 15 tot 30 procent zijn gedaald, merken verbouwers daar amper iets van op hun factuur. De vraag blijft: waarom worden renovaties niet goedkoper?
Volgens Niko De Meester, CEO van sectorfederatie Embuild, zijn de prijzen van verschillende cruciale materialen weer op het niveau van voor de oorlog in Oekraïne. De heropening van fabrieken en alternatieve aanvoerkanalen hebben gezorgd voor een beter evenwicht op de markt. Dit betekent dat bouwmaterialen zoals staal en hout opnieuw beter betaalbaar zijn.
Andere kosten blijven stijgen
Toch vertaalt deze daling zich niet in een evenredige verlaging van de renovatiekosten. Enerzijds zijn bepaalde materialen, zoals cement en bakstenen, net duurder geworden, met prijsstijgingen tot 30 procent. Anderzijds vormen loonkosten bijna de helft van de totale bouwkosten. Door de indexeringen zijn deze de afgelopen jaren fors gestegen, waardoor aannemers weinig marge hebben om hun prijzen te verlagen.
De lagere materiaalprijzen creëren volgens De Meester wel enige ruimte voor onderhandeling. Aannemers kunnen zich licht flexibel opstellen bij het bepalen van hun offertes, maar door de hoge loonkosten blijft de impact beperkt. “Zonder een gezonde marge raken aannemers zelf niet meer uit de kosten", aldus De Meester in De Morgen.
Te weinig renovaties om klimaatdoelen te halen
De hoge kosten hebben ook invloed op het renovatieritme in Vlaanderen. Momenteel wordt slechts 1 procent van de woningen per jaar gerenoveerd, terwijl dat volgens de Europese klimaatdoelstellingen 3 procent zou moeten zijn. Met de huidige trends zou Vlaanderen tegen 2030 nog minstens 500.000 woningen moeten renoveren om aan de vereisten te voldoen.