Wie denkt dat sparen vandaag niets meer opbrengt, heeft deels gelijk — tenzij je weet waar je moet zijn. Ondanks de golf aan renteverlagingen die banken sinds de zomer van 2024 doorvoerden, kunnen oplettende spaarders nog steeds een degelijk rendement halen. Alleen zit het verschil vooral in de keuze van de spaarrekening.
De cijfers liegen er niet om: wie elke maand trouw 500 euro opzijzet, kan op twee jaar tijd tot 271 euro aan interesten ontvangen bij vdk bank. Kies je daarentegen voor het minst rendabele spaarboekje op de markt — het Renteboekje Plus van Europabank — dan krijg je amper 32 euro. Dat is een verschil van 8,5 keer.
De verklaring? Terwijl vdk bank nog altijd een solide rente van 2,8 procent aanbiedt (1,35% basisrente + 1,45% getrouwheidspremie), blijft Europabank hangen op een schamele 0,3% basisrente en 0,1% premie — tenzij je minstens 15.000 euro spaart, wat veel formules gewoonweg niet toelaten.
Lagere rente, meer reden tot vergelijken
De renteverlagingen van de Europese Centrale Bank, inmiddels zes keer op rij, hebben de spelregels veranderd. De depositorente zakte van 4 naar 2,5 procent, en banken zagen hun ruimte om spaarders te belonen slinken. Toch is er nog verschil.
Wie nu blijft hangen bij zijn vertrouwde spaarformule zonder te vergelijken, laat mogelijk honderden euro’s liggen. Zeker voor wie op lange termijn spaart, is het verschil tussen de hoogste en laagste rente nog steeds erg relevant.