Gisteren zond
VTM de eerste aflevering uit van ‘De Omgekeerde Wereld’, de quiz waarin kandidaten aan
Mathias Coppens moeten zeggen welke BV welk antwoord juist heeft. De reacties achteraf waren verdeeld. Chef media van Het Nieuwsblad Benjamin Praet vond het nieuwe VTM-format af en toe leuk en verrassend.
“Maar als
Eddy Planckaert begint aan een spelletje nagelklop - in zo weinig mogelijk slagen een nagel in een blok hout krijgen - verwatert het programma tot een buurtfeest”, schrijft Praet. “Ik mis ze, buurtfeesten, maar nu ook niet zo erg dat ik Eddy Planckaert hoef te zien hameren op tv. En als ik het écht niet meer kan houden, kijk ik wel ’Château Planckaert’. Op sommige vragen kwam dan weer geen antwoord. Zoals die van mij: waarom straalden de wenkbrauwen van
Stephanie Planckaert de hele tijd een paarse gloed uit?"
"Soms moet je gewoon toegeven dat iets niet het beste idee was"
Volgens Praet hoeft een quiz niet altijd bijster moeilijk te zijn om amusant te zijn. “Maar je kunt een format ook te hard herdenken, zodat het z'n charme verliest”, aldus de mediawatcher. “Ik kan makkelijk een programma verzinnen waarbij de kandidaat na elke vraag drie peren uit een hoge boom moet plukken. Met dubbele punten als hij ezelsoren op z'n hoofd zet."
"Mijn vrouw zal dat misschien nog 'verfrissend' noemen, uit een soort onnodige beleefdheid, maar soms moet je gewoon toegeven dat iets niet het beste idee was", zegt Praet. "De omgekeerde wereld was in dat opzicht beter 180 graden gedraaid", besluit hij.