Bart De Wever haalt zwaar uit: "Veel van wat hij zegt, is gestoord"

Premier Bart De Wever (N-VA) is niet van plan om blind mee te stappen in het verhaal van exponentieel stijgende defensiebudgetten. Hoewel België dit jaar de symbolische grens van 2 procent van het bruto binnenlands product voor Defensie bereikt, houdt De Wever de voet op de rem voor verdere verhogingen. Zijn boodschap? Realisme primeert boven bravoure.

Het paasakkoord dat vrijdagavond laat werd afgerond, voorziet in een historisch hoge investering in het Belgische leger. Voor het eerst haalt ons land de lang vooropgestelde NAVO-norm van 2% bbp. Maar De Wever benadrukt dat het daar in eerste instantie bij blijft. “We hebben al moeite genoeg om die 2% te realiseren. Het zou vreemd zijn om nu al te dromen van méér, terwijl nog onduidelijk is wat de NAVO effectief zal vragen.”

De Amerikaanse ex-president Donald Trump gooide recent opnieuw olie op het vuur door op te roepen tot militaire uitgaven van maar liefst 5 procent van het bbp. De Wever wimpelt die eis echter resoluut af. “Dat lijkt me compleet crazy", reageerde hij bij VTM NIEUWS. “Maar veel van wat die man zegt, is compleet crazy. In de NAVO zal daar nooit een akkoord over komen.”

Toch sluit de premier niet uit dat er in de toekomst extra inspanningen nodig zijn. “We zullen op termijn wel richting 2,5 tot 3,5 procent evolueren", geeft hij aan. “Maar dat gebeurt in stappen. Je springt niet zomaar in één keer van 2% naar 3%. Dat zou niet verantwoord zijn, zeker niet in de eerste jaren.”

Volgens De Wever is het een kwestie van tijd en van middelen. De financiering van de huidige defensiedoelstelling – goed voor 17 miljard euro over de legislatuur – zou grotendeels via belastingen op bevroren Russische tegoeden moeten gebeuren. “Daarmee kunnen we al heel wat doen, maar het zou onverstandig zijn om zonder duidelijk NAVO-kader verder te springen.”

De Wever verwacht dat in 2026 opnieuw stevige discussies zullen volgen binnen de NAVO. “Als er dan een nieuwe norm op tafel ligt, zullen we opnieuw moeten uittekenen hoe we daar naartoe groeien", besluit hij. “Maar voorlopig zetten we een eerste, stevige stap. De rest volgt wanneer het moment rijp is.”