Theo Francken doet belangrijke aankondiging: "We hebben dit binnen de regering afgesproken"

Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) pakt uit met opvallende plannen voor de toekomst van het Belgische leger. In een interview met Het Laatste Nieuws lichtte hij toe hoe de regering een recordbedrag van meer dan 20 miljard euro uittrekt voor Defensie. Maar het gaat volgens hem niet enkel om geld: ook de manier waarop en waar er geïnvesteerd wordt, is van belang.

Opvallend is Franckens keuze om de extra bestelde gevechtsvliegtuigen – de F-35’s – liefst niet in de Verenigde Staten, maar wel in Europa te laten bouwen. “Ik heb aan de Italiaanse minister van Defensie gevraagd of we de extra F-35’s in Italië kunnen produceren en niet in de VS. Dat zou ook Europese jobs opleveren", zegt hij. “En er moet ook gepraat worden over extra economische compensaties en werkgelegenheid voor Belgische bedrijven.”

Volgens Francken zal België geen tweede type jachtvliegtuig aanschaffen, wegens de beperkte schaal van de luchtmacht. De focus ligt dus volledig op de F-35.

Geloofwaardigheid herstellen

De miljardeninvesteringen zijn voor Francken meer dan een inhaalbeweging. Hij wijst op het nijpende tekort aan materiaal: “Dat we na een paar uur met stenen moeten beginnen gooien omdat de kogels en granaten op zijn. Die situatie eindigt nu. We zijn opnieuw geloofwaardig.”

Daarnaast wil hij ook fors inzetten op luchtafweer, drones, munitie en een tweede landmachtbrigade. Maar dat alles vraagt ook extra mankracht. “We werken aan een sociaal akkoord om de job aantrekkelijker te maken,” aldus Francken.

NAVO-druk stijgt

Hoewel het huidige akkoord inzet op de 2 procentnorm, weet Francken dat de NAVO binnenkort nog meer zal vragen. “De doelstelling in Den Haag zal inderdaad hoger liggen dan 2 procent. De VS wil 5 procent, anderen willen minder. Maar we hebben binnen de regering afgesproken dat we ook die hogere doelstelling moeten halen.”

In het najaar volgt volgens Francken een breder debat over structurele financiering. Maar voorlopig ligt de focus op deze “historische stap”. “Het woord historisch wordt vaak misbruikt, maar voor België is dit wel een grote en belangrijke stap.”