Werkloosheidsuitkering gaat omhoog voor lagere lonen

07 jan 2019, 7:55 Politiek
krispeeters
De werkloosheidsuitkering zal tijdens de eerste zes maanden sterker stijgen voor wie een laag loon had dan voor wie goed verdiende. Minister van Werk Kris Peeters wil zo niet alleen de werkloosheidsuitkering niet alleen activerender, maar ook 'socialer' maken. Dat schrijft Het Laatste Nieuws.
Het was een belangrijk deel van de arbeidsdeal: het degressiever en dus activerender maken van de werkloosheidsuitkering. In de eerste zes maanden ligt het bedrag hoger, maar vervolgens zakt het sneller dan vandaag naar het minimum.
“Tijdens het uitwerken van de hervorming heb ik echter enkele onrechtvaardigheden vastgesteld”, zegt Peeters (CD&V) aan Het Laatste Nieuws. “Aangezien de uitkering berekend wordt op basis van het brutoloon - dat door de lastenverlagingen van de taxshift het sterkst gedaald is voor de laagste lonen - zou iemand die werkloos wordt met een salaris van 1.600 euro bruto direct 440 euro netto verliezen. Terwijl iemand die 2.500 euro verdiende amper 95 euro zou moeten inleveren. Ik wil dat corrigeren door niet meer enkel het brutoloon als basis te nemen.”
De uitkering wordt voortaan berekend als percentage van een vaste 'sokkel'. Daarboven is er een variabel deel dat gunstiger is voor de laagste lonen. Het is een ingreep die professor Stijn Baert (UGent) toejuicht. "Door de laagste lonen met een hoger vervangingspercentage te laten starten, wordt het verschil tussen start- en bodembedrag echt voelbaar. Zo word je meer gestimuleerd om snel weer aan het werk te gaan. Dat is goed, want de lage werkzaamheid situeert zich vooral bij de laaggeschoolden.”