In de zoektocht naar superverspreiders gebeurt in Wallonië en
Brussel weinig tot geen clusteronderzoek. Dat concludeert Vlaams parlementslid Lorin Parys (N-VA) op basis van cijfers van het interfederaal testing en tracing platform.
Uit de cijfers tot eind september blijkt dat in
Vlaanderen 119 clusteronderzoeken plaatsvonden, en in Wallonië 9. In Brussel zijn er geen cijfers beschikbaar. Die clusters kunnen bijvoorbeeld voetbalkantines of trouwfeesten zijn. "We moeten in de strijd tegen het coronavirus zoeken naar superverspreiders. Die vind je door clusteronderzoek", aldus Parys.
Het is volgens het
N-VA-parlementslid dan ook "onwaarschijnlijk" dat in Wallonië en Brussel zo weinig op clusteronderzoek wordt ingezet. "Met deze cijfers snap ik dat de bevolking zich vragen stelt. Ik doe dat ook. Vlaanderen deed onderzoek naar 119 clusters, Wallonië naar 9 en van Brussel zijn er zelfs geen cijfers. Echt onwaarschijnlijk", aldus Parys.
Sluiting van de horeca
Maar ook Vlaanderen mag een tandje bijsteken, vindt de N-VA-er. Uit cijfers opgevraagd bij Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) blijkt dat in september en oktober maar van 10 restaurants en 15 cafés in Vlaanderen de registratielijst van de gasten is opgevraagd.
"Als je in het kader van brononderzoek maar 25 keer de gegevens van cafés en restaurants nodig hebt, dan kan je op die smalle basis de sluiting van de horeca moeilijk verdedigen", aldus Lorin Parys. Hij roept Vlaanderen op te investeren in sneltests, om zo grote groepen te kunnen controleren.