Wout van Aert heeft in zijn carrière al bijzonder veel meegemaakt. Toch is er één moment in zijn carrière dat een absoluut dieptepunt was.
In 2019 viel hij in de tijdrit van de Tour de France. Het verdict: een afgeknapte pees, een horrorblessure. “Ik weet dat ik ter plekke meteen morfine kreeg”, getuigt hij bij de podcast De Rode Lantaarn. “Ik kwam in een niet al te best ziekenhuis terecht met een soort oorlogswonde aan mijn been. Jammer genoeg hebben die mensen toen niet veel meer gedaan dan de wonde dichtgenaaid.”
“Binnenin hadden die mensen niets gedaan, maar daar kwamen we een aantal dagen later in België pas achter. De pees die ervoor zorgt dat je je been zijwaarts kan bewegen was helemaal doorgescheurd. En hoe langer die van elkaar loshangt, hoe verder die van elkaar ‘kruipt’. Dat was dus het grote probleem”, verklaart Wout. “Toen ik in drie dagen later in Herentals opnieuw gecheckt werd en mijn been moest bewegen…"
“Toen voelde ik mijn been eigenlijk niet. Ik dacht dat ik het bewoog, maar ik voelde de connectie niet. Toen ik dat zei tegen de dokter viel eerst mijn vrouw flauw, dus daar moesten ze een ziekenhuisbed voor halen”, aldus Van Aert. “De dokter zei dat het echt niet goed was… Sarah kwam wel weer gelukkig bij. Dat was een unieke ervaring, want we sliepen samen op een tweepersoonskamer in het ziekenhuis.”
Nooit meer stappen
“De dag nadien hebben ze me opnieuw geopereerd. Als ze dat niet hadden gedaan had ik nooit meer kunnen stappen”, sluit de Jumbo-Visma renner af. “Pas een aantal maanden later zei de dokter: ‘Toen je zei dat je je been niet voelde dacht ik dat je misschien nooit meer ging kunnen stappen.’ Terwijl hij altijd zei dat dat gewoon ging lukken, maar dat was dus niet zo vanzelfsprekend!” Een bijzonder verhaal.