Eén maand na de feiten: Evenepoel vindt verklaring Tourmalet-ramp in Vuelta

10 okt 2023, 19:45 Wielrennen
230914remcoevenepoel2
Remco Evenepoel was allicht de meest succesvolle Belgische renner van 2023. De wereldkampioen tijdrijden heeft één doel weliswaar niet gehaald: een podiumplek in een grote ronde.
In de Giro werd hij ziek, terwijl hij in de Vuelta in de rit over de Tourmalet compleet door het ijs zakte. “Mijn start in de Vuelta was goed, ja. Op Javalambre, waar Martinez leider werd en Kuss won en de basis legde van zijn eindzege, beleefden we onze collectief slechtste dag.”
“En toonde ik het eerste tekentje van zwakte”, gaat de Belgische kampioen verder bij Het Laatste Nieuws. “Heel raar was dan dat ik op de rustdag bijna niet fietste. Normaal doe ik altijd een kilometer of 40, 50, nu hield ik het bij een half uurtje op de rollen. Omdat ik heel moe was opgestaan.”
“Veeg teken. Mijn tijdrit was goed, maar niet top. Anders had ik hem wel gewonnen”, gaat Evenepoel verder. “Ik had voor de Tourmaletrit een paar mindere nachten achter de rug en ook die ochtend voelde ik me niet fris. Ik meende dezelfde symptomen te herkennen als de Giro (corona, red.). Niet dus.”

Wat liep er verkeerd?

“We hebben alles eens goed bestudeerd. En kwamen dus effectief uit bij die moeilijke voorbereiding. Die dag werd het mijn lichaam allemaal even te veel”, verklaart Evenepoel. “’Stop', zei het. 'Gedaan ermee, 't is goed geweest, los het zelf maar op'. Mijn hoofd wilde nog wel, maar mijn benen volgden niet meer.”
“Ik loste. Fysiek, maar ook mentaal. En nam een snipperdag, die bij nader inzien wonderen verrichte. Want daags nadien was ik weer de oude. Heel vreemd”, sluit de wereldkampioen tegen de klok af. Een mentale kwestie, dus: “Ik reed puur op revanche. Zo van: ik zal eens tonen wie ik ben, want het was niet normaal wat er gebeurde’.”
“Maar het tijdig klaar geraken voor de Vuelta had me wel met wat stress opgezadeld, dat klopt. Tot dan had ik constant gevoeld dat ik het fysiek één dag kalm aan moest doen om de volgende dag weer voluit te kunnen gaan. Op den duur werkte dat ook mentaal op me in. Omdat ik soms moeite had met een tempo dat ik bij wijze van spreken fluitend zou moeten volgen. 'Dit is niet oké', begreep ik.”