Waarom je beter stopt met eieren van eigen kippen te eten

15 apr , 17:00 Binnenland
kippen

In steeds meer Nederlandse tuinen kakelen vrolijke kippen rond. Ze leggen verse eieren, en dat lijkt op het eerste gezicht een gezonde, duurzame keuze. Maar achter dat idyllische beeld schuilt een risico dat moeilijk met het blote oog te zien is: PFAS.

PFAS, voluit per- en polyfluoralkylstoffen, zijn chemische stoffen die in honderden toepassingen worden gebruikt: van regenjassen tot pannen met antiaanbaklaag. Ze breken nauwelijks af in het milieu en kunnen zich opstapelen in de bodem. Wie groenten of eieren uit een besmette tuin eet, krijgt die stoffen mee binnen. En precies dat is nu het probleem.

In Nederland luidt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de alarmbel: uit onderzoek blijkt dat mensen op 31 van de 60 onderzochte locaties al boven de veilige PFAS-drempel uitkomen door minder dan één ei per week van eigen kippen te eten. Het advies is dan ook duidelijk: koop je eieren in de winkel of op de markt, waar de controle strenger is.

België kiest voor gematigd advies

Ook in Vlaanderen is men bezorgd, al klinkt het advies iets voorzichtiger. Volgens woordvoerder Joris Moonens van het Vlaams Departement Zorg blijft het aanbevolen om te variëren: eieren van eigen kippen kunnen, zolang je ze afwisselt met gekochte eieren – en niet meer dan twee per week eet. In gebieden met hoge PFAS-waarden blijven de no regret-maatregelen gelden, die oproepen om zelfgekweekte eieren en groenten te vermijden.

Wat opvalt: het vertrouwen in de eigen tuin raakt stilaan besmet. Niet door een ziekte, maar door een stof die je niet ziet, niet ruikt en niet proeft – maar waarvan wetenschappers almaar vaker zeggen: pas op.