Berekeningen van het Federaal Planbureau tonen aan dat het begrotingstekort dit jaar oploopt tot 1,7 procent van het bruto binnenlands product. Dat komt neer op ruim 7,7 miljard euro. Dat meldt De Tijd. De volgende federale regering zal zich dus genoodzaakt zien fors te besparen of nieuwe belastingen in te voeren om zo de begroting in evenwicht te krijgen.
De begroting van 2018 is afgesloten met een tekort van 0,8 procent of zo’n 3,6 miljard euro. Toch wist het begrotingstekort dit jaar op te lopen tot maar liefst 1,7 procent, ofwel 7,7 miljard euro.
Dat is deels te wijten aan het wegvallen van een eenmalige maatregel die de boetes optrok voor bedrijven of zelfstandigen die te weinig voorafbetalingen doen. Ook de economische groeivooruitzichten worden neerwaarts bijgesteld. Een belangrijke factor daarin is de gespannen internationale handelsrelaties en de brexit. Minder groeit betekent ook minder belastinginkomen.
Het is dus aan de komende federale regering om het begrotingstekort opnieuw af te bouwen. Besparingen en nieuwe belastingen zullen daarbij onvermijdelijk zijn. Maar voorlopig is daar nog weinig van de bespeuren in de verkiezingscampagnes. Integendeel, bij de meeste partijen is belastingverlaging voorlopig nog al wat de klok slaat.